De parkeerrichtlijnen opgenomen in het visiedocument scheppen duidelijkheid in de verwachtingen van de stad naar projectontwikkelaars toe en bieden een houvast bij de beoordeling van de bouwaanvraag bij nieuwe ontwikkelingen en wijzigingen van bestaande ontwikkelingen.
Het STOP-principe blijft een goed principe om het gemotoriseerd verkeer te beperken. Samen met de parkeernormen is dit een sturend element in het fiets- en autobezit van bewoners en het fiets- en autogebruik bij bezoekers, werknemers, ….
Er moet vermeden worden dat er een overaanbod aan parkeerplaatsen wordt gecreëerd. Een te hoog aanbod zal meer autoverkeer aantrekken.
Het afbouwen van het autogebruik heeft ook zijn effect op het te voorziene aantal parkeerplaatsen bij een functie of een bestemming, zoals winkels, kantoren, bedrijven, recreatie, …
Ook i.k.v. de klimaatdoelstellingen zorgt een dalend autogebruik voor minder verhardingen omwille van het dalend aantal parkeerplaatsen wat zorgt voor een positief effect op de waterhuishouding.
Een combinatie van deelmobiliteit en strikte parkeernormen helpen eveneens in het streven naar het creëren van een meer duurzame mobiliteit.
Dit visiedocument heeft betrekking op het aanleggen van autoparkeerplaatsen, vrachtwagenparkeerplaatsen en fietsstalplaatsen op privaat domein, welke opgenomen worden in een omgevingsvergunning, o.a.:
- Het bouwen van nieuwe gebouwen;
- Het verbouwen van gebouwen;
- Het herbouwen van gebouwen;
- Het uitbreiden van gebouwen met meer dan 100m²;
- Het wijzigen van de functie van een gebouw;
- Het vermeerderen van het aantal wooneenheden;
- Het bouwen van appartementen;
- Het aanleggen van parkeerplaatsen;
- Het aanleggen van verkavelingen;
- Bouwen van bedrijfsgebouwen;
- Het regulariseren van één of meerdere bovenstaande werken.
- …
Dit visiedocument is niet van toepassing op reeds vergunde situaties.
Bij de parkeernomen wordt er, met uitzondering van het wonen, rekening gehouden met het gebied waar de ontwikkeling zal gebeuren, namelijk kernwinkelgebied, bebouwde of buitengebied.
De stad legt geen maximum fietsparkeerrichtlijnen op. Er is geen beperking op het aantal fietsenstallingen dat gerealiseerd mag worden.
De minimumnormen zijn bedoeld om het wildparkeren van fietsen te vermijden en het comfort van de fietsers te verhogen. Eveneens zal dit zorgen voor de verwezenlijking van een duurzaam fietsbeleid.
Wel moet er steeds de mogelijkheid zijn om het aantal fietsstalplaatsen uit te breiden.
Naast het berekenen van de parkeernorm, moet ook rekening gehouden worden met de omgevingscapaciteit.
Als de omgeving het bijkomend autoverkeer gegenereerd door het project niet aan kan, kan de aanvraag alsnog geweigerd of bijgestuurd worden, ook al voldoet het project aan de parkeernorm.
Daarom zal er bij dergelijke ontwikkelingen een mobiliteitsonderzoek gevraagd worden.
Naast de parkeernormen bevat dit visiedocument ook de technische voorwaarden voor autoparkeerplaatsen, fietsstalplaatsen, mindervalidenparkeerplaatsen en vrachtwagen-parkeerplaatsen.
Op deze manier krijgt een ontwikkelaar direct een overzicht van hoeveel (fiets)parkeerplaatsen er moeten worden voorzien, maar ook op welke manier deze moeten aangelegd worden.