Voor de meeste werken heb je in principe steeds een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen nodig.
Vergunningsplicht
Voor bepaalde kleine renovatiewerken heb je geen vergunning nodig:
- het vervangen van beschadigd pleisterwerk
- het herstellen van kapotte verhardingen
- het vervangen van kepers, panlatten en leien op het dak door nieuwe kepers, panlatten en leien, zonder vervanging van de dragende balken (het dakgebinte)
- schilderen en kaleien van gevels
Je kan dit soort werken uitvoeren zonder verdere formaliteiten.
Let wel: Indien je handelingen wil uitvoeren aan een beschermd onroerend erfgoed kan het zijn dat je een schriftelijke toelating nodig hebt van het agentschap Onroerend Erfgoed.
Meer informatie hierover vind je op Werken aan erfgoed | Eigenaars | Onroerend Erfgoed
Een aantal onderhoudswerken die in principe vergunningsplichtig zijn, kunnen onder voorwaarden vrijgesteld zijn van vergunning.
Deze werken kan je zonder verdere formaliteiten uitvoeren, enkel wanneer aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt.
Het gaat steeds om werken die geen invloed hebben op de stabiliteit.
- binnen in de woning
- langs de buitenkant van de woning, aan zijgevels, achtergevels en daken.
Let op: Vergunningsplichtige handelingen aan de voorgevel komen niet in aanmerking voor vrijstelling van de vergunningsplicht, omdat ze het uitzicht van de straat kunnen beïnvloeden.
Voorbeelden van ingrepen die in bepaalde gevallen vrijgesteld kunnen zijn:
- het plaatsen van voorzetrolluiken
- het plaatsen van dakvlakvensters zonder de dragende structuur van het dak te wijzigen
- het plaatsen van een kleine raamopening, zonder dat de stabiliteit van het gebouw in het gedrang komt
- het plaatsen van een nieuwe keuken of badkamer
- het opsplitsen van een slaapkamer in twee kleinere slaapkamers
- het inrichten van slaapkamers in de zolder
- het plaatsen van binnenisolatie
- het vullen van spouwmuren met isolatie
- het aanbrengen van isolatie aan de buitenzijde van gevels en daken van woningen of gebouwen, niet zijnde woningen, tot een maximum van 26 centimeter, voor zover de rooilijn niet overschreden wordt.
Deze vrijstelling geldt niet:
- in gebieden die erkend zijn als werelderfgoed of die in de bufferzone van het werelderfgoed liggen conform artikel 11 van de overeenkomst inzake de bescherming van het cultureel en natuurlijk erfgoed van de wereld, opgemaakt in Parijs op 16 november 1972;
- voor gebouwen die opgenomen zijn in de vastgestelde inventaris van bouwkundig erfgoed, vermeld in artikel 4.1.1. van het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014;
De vrijstelling geldt enkel als aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt.
- Het gaat om een hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte woning.
- De werken hebben niet als doel de functie van het pand te wijzigen, om meer wooneenheden te creëren of om uit te breiden.
- Het project is niet strijdig met:
- voorschriften van een bijzonder plan van aanleg (BPA), gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) of minder dan 15 jaar oude verkavelingsvergunning, tenzij de gemeente dit plan of de vergunning heeft opgenomen in een lijst waarbinnen de Vlaamse vrijstellingsregeling voorrang krijgt op de voorschriften van het plan.
- stedenbouwkundige verordeningen van gewest, provincie of gemeente. Merk op dat de gewestelijke verordening rond hemelwater vaak oplegt dat u gebouwen en verhardingen enkel kan oprichten als u een infiltratievoorziening voor hemelwater aanlegt.
- uitdrukkelijke voorwaarden van de bestaande stedenbouwkundige vergunningen en omgevingsvergunningen.
- andere wetgeving, zoals:
- erfdienstbaarheden (wegen, waterwegen, spoorwegen)
- burgerlijk wetboek (lichten en zichten, gemene muur, ...)
- natuurwetgeving
- De stad heeft geen bijkomende voorwaarden opgelegd.
Voldoet jouw project niet aan al deze voorwaarden? Dan moet u een vergunning aanvragen.
Let op: In onderstaande situaties mogen vrijgestelde werken enkel uitgevoerd worden na het verkrijgen van een machtiging van het agentschap Onroerend Erfgoed:
- op percelen met beschermde monumenten,
- in beschermde cultuurhistorische landschappen of aangeduide erfgoedlandschappen,
- in beschermde stads- en dorpsgezichten,
- in beschermde archeologische monumenten.
Voor andere ingrepen is in principe wel altijd een vergunning nodig, maar onder voorwaarden kan een melding volstaan.
Een melding verloopt volgens wettelijke procedures. Het kan ook zijn dat de werken vrijgesteld zijn van de vergunningsplicht.
Meldingsplicht
In bepaalde situaties wordt de vergunningsplicht vervangen door een meldingsplicht. Hiervoor moet een melding geakteerd worden voorafgaand aan de start der werken.
Voorwaarden voor meldingsplicht:
- De werken hebben niet als doel
- een vergunningsplichtige functiewijziging door te voeren of het aantal wooneenheden te vermeerderen
- om uit te breiden
- Het project is
- niet zonevreemd gelegen
- niet strijdig met
- voorschriften van een bijzonder plan van aanleg (BPA), gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) of verkavelingsvergunning
- stedenbouwkundige verordeningen van gewest, provincie of stad
- uitdrukkelijke voorwaarden van de bestaande stedenbouwkundige vergunningen of omgevingsvergunningen
- niet gelegen in een oeverzone en niet in de 5 meter brede strook langs ingedeelde waterlopen
- niet gelegen voor de rooilijn en niet in een achteruitbouwstrook
- niet strijdig met andere wetgeving, zoals erfdienstbaarheden (wegen, waterwegen, spoorwegen), burgerlijk wetboek (oa lichten en zichten, gemene muur) en natuurwetgeving
- gaat niet om beschermd erfgoed: perceel met beschermde monumenten, beschermd cultuurhistorisch landschap of aangeduide erfgoedlandschap, beschermd stads- of dorpsgezicht, beschermd archeologische monument.
- De stad heeft geen bijkomende voorwaarden opgelegd.
- Voldoet jouw project niet aan al deze voorwaarden? Dan moet je een vergunning aanvragen.