Tegen de centrale werd het ventilatiegebouw aangebouwd. Hierin stonden 2 Rateauventilatoren die de verbruikte lucht uit de ondergrondse gangen trokken.
In de jaren 1950 onderging dit systeem een verandering. Er werden 2 ondergrondse hoofdventilatoren geïnstalleerd, die de verbruikte lucht uit de luchtkeerverdieping zogen en door de luchtuittrekkende schacht naar boven duwden. Eén van de Rateauventilatoren deed sinds dan enkel nog dienst als reserveventilator, de andere werd vervangen door twee afwijkingsventilatoren.
