Geschiedenis van Beringen

In 1211 gaf Lodewijk II, graaf van Loon, de Luikse vrijheid aan de inwoners van Beringen. Beringen was zo één van de ‘Goede Steden’ van het graafschap Loon.
Door het verlenen van deze rechten wilde de graaf van Loon dat Beringen zich zou ontwikkelen en zo de grenzen van het Graafschap Loon mee zou verdedigen.

De stad werd omwald met aarden wallen en met water gevulde grachten.
Drie poorten verleenden toegang tot het stadscentrum: de Hasseltse poort (‘Verloren toren’), Koerselse poort (‘Kempische poort’) en Onze-Lieve-Vrouwe poort (‘Bovenste poort’).

Beringen lag op een knooppunt van enkele belangrijke handelswegen (de huidige Kruisbaan is daar nog een herinnering aan) en deed daarom vaak dienst als rustplaats.
Zo groeide de stad tussen de 13de en 15de eeuw uit tot een bloeiend handelscentrum met een vrij belangrijke lakennijverheid. Ook verschillende ‘paenhuysen’ of brouwerijen waren aanwezig.

Door zijn strategische ligging werd Beringen helaas ook verschillende keren belegerd, ingenomen en vernield door plunderaars in de loop van de 15de, 16de en 17de eeuw.
De grondige verwoesting van de stad in 1654 door de troepen van Karel van Lorreinen kwam Beringen daarna niet echt te boven.

Voltaire -  Frans schrijver, filosoof en prominente voortrekker van de Franse Verlichting -verbleef in 1739 in de voormalige ‘De Gouden Sleutel’ op de Markt.
In een brief schreef hij dat hij in Beringen ‘in het diepste diep van het barbarendom’ zat en dat er wel roversbenden gesignaleerd werden maar dat er hier toch niets te stelen was.

In 1826 begon men met het opvullen van de middeleeuwse grachten rond Beringen en het slopen van de aarden wallen.
De Hasseltse Poort verdween als laatste in 1883.

Pas met de oprichting van de steenkoolmijn in de 20e eeuw veranderde de Beringse samenleving en het economisch patroon.
De eerste verkenningsboringen startten in 1902. De koolmijn werd operationeel in 1922 en zorgde voor een aanzienlijke bevolkingstoename. De mijn van Beringen sloot in 1989 definitief de deuren.
Wil je meer weten over de ontdekking van steenkool? 
De Limburgse steenkoolmijnen – video educatief pakket “Limburg in 9 vragen” - YouTube

Tijdens de Eerste Wereldoorlog vielen Duitsers Beringen binnen op 17 augustus 1914 maar ze trokken door zonder zware gevechten.
De tweede inval een maand later veroorzaakte heel wat meer materiële schade, onder andere aan de kerk.
De stad werd door de Duitsers voor een groot deel in brand gestoken en geplunderd.
Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog verliep de terugtocht van Duitse troepen rustig en de laatste Duitser verliet Beringen op 21 november 1918.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Beringen op 12 mei 1940 bezet.
Pas 4 jaar later - op 6 mei 1944 - begon de woelige bevrijding.
De strijd om het Albertkanaal duurde wel 5 dagen en was een belangrijke fase in de bevrijding van Beringen en bij uitbreiding de rest van Limburg.