Cités

Met de mijn kwamen mijnwerkers, bedienden en ingenieurs naar Beringen, die natuurlijk ook onderdak nodig hadden. Zo ontstonden de kenmerkende tuinwijken die Beringen rijk is. Omstreeks 1909 werden de eerste arbeiderswoningen gebouwd in de Stationstraat en Dwarsstraat. Dit waren twee- en vierwoonsten in de Mulhousestijl, die eerder eenvoudig maar ook comfortabel waren voor die tijd. Dichter bij de mijn werden vier ingenieurswoningen en ook vier dubbelwoonsten voor bedienden opgericht. Voor de mijn kwam de villa en het park van de directeur, dat na de brand van 1980 een ruïne is middenin een openbaar wandel- en belevingspark. 

Een tweede bouwfase kwam er tussen 1919 en 1926, waarbij de Engelse tuinwijkgedachte zijn intrede zou maken. Vier pleinen in de cités worden verbonden met ronde straten en vaak symmetrische dubbelwoonsten, met tussendoor imposante voorzieningen voor de arbeiders en hun families. Zo kwam er in 1926 in het midden van de eerste arbeiderscité de Regina Mundi school, in 1943 de Sint-Theodarduskerk of Mijnkathedraal, en vanaf 1924 het voetbalveld van het Mijnstadion. De huizen die men bouwde in deze fase zouden in plaats van betonblokken voornamelijk bestaan uit bakstenen. Het Kioskplein en de aanliggende bediendewijk, alsook enkele villa’s van hoofdingenieurs langs de Koolmijnlaan, vervolledigden de tweede bouwfase rond 1928. De ontwerper was Adrien Blomme, die eerder rond de cité van Winterslag had gewerkt. Hij en zijn zoon Yvan kregen in 1938 de opdracht om het Casino te ontwerpen. Door de oorlog zou die pas in 1952 ingehuldigd worden. 

Eind jaren 1920 waren er al nieuwe arbeiderswoningen nodig. In een derde bouwfase ging men onder andere verder bouwen achter het Kioskplein en het Mijnstadion. In 1930 werd het Eeuwfeestplein ingehuldigd voor het honderdjarige bestaan van België. Het bombardement van 12 mei 1944 verwoestte een zeventigtal huizen in Beringen-Mijn. Ten slotte volgde er nog een vierde fase waarbij kort na de Tweede Wereldoorlog de cité het Baltisch Kamp werd gebouwd. Rond het Gouden Jubileumplein kwam er nog een arbeiderswijk. In 1991 volgde er nog de sociale woonwijk De Posthoorn, die gedeeltelijk door herschoolde mijnarbeiders werd gebouwd. 

Op het einde van de mijn haar bestaan en vooral erna waaierde de strakke cité architectuur van de gebouwen uit door veel individuele aanpassingen en verbouwingen. Het karakter van de cité ging hierdoor achteruit. Daarom wil de stad Beringen inzetten op het behoud en eventueel herstel waar mogelijk van de tuinwijkwoningen en het daar omliggende mijnerfgoed. Sinds 1996 geldt er een bouwverordening voor de woningen gelegen in de mijncite.