Op de Beringse mijnsite staan al jarenlang twee prachtige catalpa’s, ook wel gekend als trompetbomen. Twee bomen, die zowel de hoogtijdagen als de sluiting van de mijn meemaakten. Dat zet ons aan het denken. Want wat als… bomen konden praten?
Hoe zag deze site eruit in jullie jonge jaren?
“We zagen de mijnwerkers in grote aantallen passeren. In groep daalden ze tot diep onder de grond, waar ze zwaar en ongezond werk verrichtten. Tonnen steenkool brachten ze naar boven, terwijl de grond trilde onder dat zware gewicht!”
Welke sfeer hing er destijds?
“De mijnsite werd het kloppend hart van Beringen. Er werd hard gewerkt, maar er ontstond ook een warme en hechte gemeenschap onder de mijnwerkers.
Wat is jullie persoonlijk hoogtepunt?
“De opening van het Mijnmuseum in 1986. Het ontstond op initiatief van een voormalig directeur van de kolenmijn, en is ook vandaag nog open voor bezoekers.”
Wat was het kantelpunt?
“Op 28 oktober 1989 sloot de mijn. Machines zwegen, het werd stil in de gebouwen en rustig op dit terrein. Sommige gebouwen raakten in onbruik, terwijl anderen een nieuw leven vonden.”
Hoe is de situatie nu?
“Er werd hard gewerkt! Veel gebouwen zijn gerestaureerd of worden nog gerestaureerd en zo herleeft deze mijnsite, nu bekend als be-MINE, weer als nooit tevoren! Heerlijk vinden we het, om zowel Beringenaren als toeristen te mogen verwelkomen op dit prachtig domein.”